Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [6]Neig Uw hemelen, HEERE! en [7]daal neder; raak de [8]bergen aan, [9]dat zij roken. 6. Dat is, kom mij en uw volk te hulp van den hemel, en betoon uwe heerlijkheid en macht tegen onze vijanden. Zie 2 Sam.22;10. Het is menselijkerwijze gesproken. 7. Te weten, tot mijne hulp en tot verstoring uwer vijanden. 8. Dat is, (naar sommiger gevoelen) mijn grote en geweldige vijanden. Men kan dit ook nemen als ene beschrijving van de majesteit en de macht Gods in het uitvoeren van zijne oordelen tegen de goddelozen, die de vromen verdrukken. Verg.hfdst.104 vs.32, enz. 9. Dat is, dat zij als rook verdwijnen.